Welkom iedereen!

Het doel van deze blog is een realistisch, genuanceerd - misschien zelfs ontnuchterend - beeld te schetsen van de internationale dynamiek die vandaag de dag plaats vindt onder het vaandel van mensenrechten, democratie, vrijheid en zo meer.

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog en belangrijker nog, de dekolonisatiebeweging die daarop volgde, lijkt de uitbreidingsdrang van de grote mogendheden voorgoed voorbij te zijn. Op het eerste zicht lijkt het wel of het imperialisme van de 19e en eerste helft van de 20ste eeuw plaats maakten voor humanitaire en ontwikkelingshulp, het promoten en ondersteunen van democratische bewegingen, (internationale) bescherming van sociale en mensenrechten. De nadruk wordt telkens weer op het belang van allerhande vrijheden gelegd (vrijheid van meningsuiting, van vergadering, kortom van quasi alle denken en doen). Deze goede bedoelingen zouden moeten blijken uit onder andere ongebonden voedselhulp, gunstige handelsvoorwaarden, kapitaalvoordelen, tot het - soms zelfs gewapend - optreden tegen dictaturen van allerlei pluimage.

Maar klopt het wel dat zulke acties oprecht gebeuren vanuit een humanitaire overweging? Wordt voedselhulp misschien gebruikt om productieoverschotten te dumpen, ontwikkelingshulp om politieke druk uit te oefenen, kapitaalvoordelen om te beleggen in nieuwe markten en militair ingrijpen om goedkopere olie op te pompen? In hoeverre is het humanitarisme enkel een dun laagje om de keiharde en kille machtspolitiek van allerhande machten in de wereldpolitiek op te smukken? In hoeverre is humanitarisme de spreekwoordelijke wolf met het zachte schapenvachtje om? In hoeverre is humanitarisme enkel een andere naam voor het 'oude' imperialisme?

Wetende dat de waarheid niet zwart-wit is, zouden we via een levendige en genuanceerde discussie graag hier en daar wat kleurtinten aanbrengen. Zodoende zullen we trachten een begin tot antwoord te vormen op voorgaande vragen.
Posts tonen met het label Eva Maes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Eva Maes. Alle posts tonen

donderdag 27 december 2007

Is democratie goed voor iedereen?

Het leeuwendeel van deze blog stelt in vraag in hoeverre humanitaire interventies, en dan vooral militaire interventies, te verdedigen zijn. Enerzijds worden interventies gesteund, want is het niet de plicht van welvarende landen om bij te springen waar mensen in nood zijn, de armoede de wereld uit te helpen, de mensenrechten over de hele wereld te doen respecteren? Maar anderzijds rijst steeds weer de vraag of de soevereiniteit niet steeds ongeschonden moet blijven, of er geen andere belangen mee gemoeid zijn dan louter humanitaire, en of het resultaat van de interventies wel opweegt tegen de kosten die ermee gepaard gaan.
Veel van de humanitaire/militaire interventies die de laatste jaren ondernomen werden, zijn uitgevoerd vanuit het idee dat democratie de sleutel is tot de oplossing van vele wereldproblemen. Als het democratisch systeem over de hele wereld verspreid zou raken, en mensen overal een stem zouden krijgen, zou de oorzaak van vele problemen zijn weggenomen.

De vraag of het democratische systeem waarin wij, het Westen, leven, goed is voor iedereen, en dus moet geëxporteerd worden, geeft aanleiding tot een nieuw debat, waarin veel verschillende opvattingen naar voor komen. Dat dit een thema is waar in alle werelddelen over wordt gedacht, werd ook de BBC World duidelijk, die er verschillende programma’s aan wijdde. In de reeks "Why democracy?" bijvoorbeeld heeft men verschillende aspecten hiervan aan bod laten komen. In de uitzending "Is democracy good for everyone?" (1) wordt een korte schets gegeven van enkele opinies. Ook organiseerde de BBC een phone-in programma, waarbij mensen van over de hele wereld konden bellen om hun mening te geven over wat democratie is voor hen en wat het betekent in het land waar ze leven, of democratie volgens hen een systeem is dat overal goed werk kan leveren en of dit dan ook overal opgelegd moet worden (2).


Uiteraard lopen de meningen sterk uiteen, en heeft iedereen zijn idee over hoe de wereld er het beste zou uitzien. Wat opvalt, is dat niet louter een zwart-witbeeld naar voor komt, maar dat veel soorten kritiek worden gegeven. Niet enkel wordt bediscussieerd of democratie een universeel model is en als het dat dan is, of het zomaar moet worden opgelegd. Ook wordt het begrip democratie zelf in vraag gesteld, en eveneens of er wel kan gesproken worden van echte democratie in het Westen, en dan vooral de VS.

Het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal Van Dale geeft als definitie van democratie: "Staatsvorm waarin het volk, door vertegenwoordigers, zichzelf regeert en vrijelijk zijn mening en wensen kan uiten." Vaak wordt ook gezegd dat een democratie ‘of people, for people and by people’ is. Uitgaande van deze definities lijkt democratie op het eerste gezicht intrinsiek goed. Dankzij een democratie worden immers de wensen van het volk, ook al zijn er intern verschillen, weerspiegeld en is de staat enkel ten dienste van het volk. Daardoor kan welvaart niet lang op zich laten wachten. Maar wat als minderheden niet vertegenwoordigd worden, en net hun rechten niet worden gerespecteerd zodat die minderheden dus onderdrukt worden? Wat als democratie niet de verwachte resultaten oplevert? Bij de dekolonisatie in Afrika hebben de meeste kolonisatoren bij de overgang democratie opgelegd aan het nieuwe land. Dit moest de basis leggen voor politieke, economische en sociale welvaart. Maar al gauw doken toch overal problemen op, stak corruptie de kop op, werden staatssystemen patrimonialistisch, waarbij de staatsleider alle voordelen opstreek en de bevolking moest leven onder een sterk autoritair gezag. Democratie blijkt dus niet overal zomaar te werken.

Democratie is in het Westen over de eeuwen heen gegroeid, vanuit de staten en de bevoking zelf. Het is ongetwijfeld een zeer waardevol systeem, zo niet de belangrijkste politieke regeringsvorm die tot nu toe is gebruikt voor een zeer groot deel van de wereld. Maar we moeten ons zeker afvragen of dit zomaar geëxtrapoleerd kan worden. Verschillende situaties kunnen verschillende oplossingen nodig hebben. Het valt op dat bij het phone-in programma van de BBC vooral mensen uit ontwikkelingslanden zelf niet altijd voor dat idee te vinden zijn. Veelal wordt de waarde van democratie wel erkend, maar wijst men erop dat de tijd er rijp voor moet zijn. In landen waar instabiliteit en armoede aanwezig zijn, is minstens een overgangsperiode nodig waarbij de politieke maturiteit van de staat gevormd kan worden, en de bevolking zich moreel, psychologisch en sociaal kan aanpassen. Zo komt het voorstel van een ‘guided democracy’ naar voor, en zelfs een intermediaire, zachte vorm van dictatuur – vanzelfsprekend is de dictator in kwestie dan iemand die het goed voor heeft met de bevolking over wie hij regeert.

Een andere vraag is of democratie zoals wij die kennen niet gewoon waarden en normen van andere culturen negeert. Democratie is misschien wel iets typisch Westers, dat niet per definitie ook ergens anders kan aarden. En aangezien de definitie van democratie zegt dat democratie ‘of people, for people, by people’ is, moet dit dan niet groeien vanuit de maatschappij zelf waar het zal werken? Democratie mag dan al goed werken voor het Westen, welvaart kan misschien even goed via een andere weg worden bereikt.

Stel dat we er nu toch van uitgaan dat democratie intrinsiek goed is, en dat het een universeel model is dat over de hele wereld bevorderend werkt. Dan nog moeten we ons vragen blijven stellen bij de globalisering van het concept. Democratie opleggen in een land is cultureel imperialisme. Zeker als men deze globalisering verkrijgt door oorlogen te ontketenen, zoals dat het geval was in Afghanistan en Irak. Het argument dat democratie stabiliteit schept, en daardoor de kans op terrorisme verkleint, mag niet gebruikt worden om oorlogen te verdedigen. Tot nu toe hebben deze acties niet geleid tot het gewenste resultaat, maar de situatie enkel verergerd. De VS gebruikt democratie als verklaring voor zijn daden, maar is wel erg selectief in de landen waar het tot actie overgaat. Waar de VS geen problemen heeft, laat het de regering rustig zijn gangetje gaan, welk politiek systeem ook aanwezig is. Enkel als persoonlijke belangen in het gedrang komen, wordt het argument van de democratie bovengehaald om veranderingen te kunnen doorvoeren.

Een laatste punt van discussie dat veel wordt aangehaald, is de inhoud zelf van democratie in het Westen, en dan weer vooral de VS. Zijn regeringen hier steeds zo democratisch? Ook in het Westen komt immers corruptie voor, kunnen terroristen opduiken en worden de mening en wensen van sommigen in de bevolking niet gehoord. Uiteraard zijn mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en zelfbestuur zeer belangrijk, en kunnen ze een meerwaarde betekenen... Democratie is niet onvoorwaardelijk.

Eva Maes

Bronnen
1. http://search.bbc.co.uk/cgi-bin/search/results.pl?scope=all&edition=i&tab=av&recipe=all&q=is+democracy+good+for+everyone%3F
2. http://news.bbc.co.uk/2/hi/uk_news/3230269.stm

maandag 24 december 2007

Ontwikkelingshulp faalt?

Tot hier toe ligt de nadruk van deze blog duidelijk op militaire interventies en tussenkomsten van het Westen, en vooral dan de VS, bij conflicten in de derde wereld. Dit is dan ook een hoog oplaaiend debat dat door de sterke mate van controverse uiteenlopende meningen uitlokt. Het is echter niet het enige aspect dat meespeelt in het spanningsveld tussen humanitarisme en imperialisme. Ook ontwikkelingshulp wordt de laatste tijd steeds meer in vraag gesteld. Werkt deze louter vanuit de intentie om mee te bouwen aan een betere wereld, die enkel bereikt kan worden als het Westerse model globaal wordt nagevolgd, of dringt men gewoon dit model op aan staten waar dit onmogelijk kan functioneren, en in hoeverre speelt eigenbelang mee?
Zo stelt het boek van Nadia Molenaers dat vorig jaar uitkwam, “Ontwikkelingshulp faalt. Is participatie het redmiddel?”, in vraag of participatie van de civiele maatschappij bij het tot stand komen van de PRSP’s (Poverty Reduction Strategy Papers) kan bijdragen tot een betere ontwikkeling en democratie, om waar te maken wat de vorige decennia niet gelukt is. Maar wat is nu juist het probleem van die ontwikkelingshulp, en waar wordt het begrip ‘imperialisme’ van toepassing?


In de paper “The Political Economy of Development Aid as Main Source of Foreign Finance for Poor African Countries: Loss of Policy Space and Possible Alternatives from East Asia” (Oya, 2005) wordt een deel van dit probleem aangekaart. Deze paper focust niet op ngo’s of ontwikkelingsprojecten, maar op officiële overheidshulp (ODA). Deze financiële hulp betekent een zeer belangrijke bron van buitenlandse steun voor veel ontwikkelingslanden, met speciale aandacht in het artikel voor Sub-Sahara Afrika. Voor veel van die landen is het onmogelijk om voldoende binnenlands surplus te genereren, om vandaaruit de ontwikkeling op te bouwen, door via gezondheidszorg en onderwijs de welvaart te stimuleren, door basisinfrastructuur uit te bouwen nodig voor industrialisatie, door nieuwe technologieën toe te passen en productiviteitsbevorderende instituties te versterken, etc. Het aandeel van financiële hulp in het bruto nationaal inkomen is veelal erg groot, en het komt vaak voor dat een derde van de import gefinancierd wordt door hulpverlening. Veel landen zijn heel erg afhankelijk van financiële hulp. Deze hulp is zeker nodig om ontwikkeling mogelijk te maken, maar de vraag is of dit ook voldoende is. Het beheer van dat geld is een kritische factor, en daarom willen de donorlanden ook hierop inspelen. Ze verbinden voor het ontvangende land allerlei voorwaarden vast aan de subsidies en leningen, in de hoop zo een goede omgeving te creëren waarin de financiële hulp werkelijk een stap vooruit kan betekenen.
Maar de vraag is of de motivatie van de donorlanden enkel gebaseerd is opt altruïstische intenties (want hulp is toch een basisverantwoordelijkheid, zeker wanneer deze geen enorme kosten met zich meebrengt, zoals dat het geval is voor de rijke donorlanden) en op veiligheidsoverwegingen, of zijn er vooral economische belangen en geo-strategische of imperialistische overwegingen in het spel? Het antwoord op deze vraag is niet eenduidig, en moet zeker genuanceerd worden. Er is een groot verschil tussen de donorlanden, en er is ook een belangrijke evolutie sinds het begin van de ontwikkelingshulp.

Tot de jaren 70 was er vooral een projectbenadering, waarbij de nadruk lag op post conflict reconstruction en het voldoen van basisnoden. Door onder andere de groeiende schulden van de derde wereld evolueerde dit naar conditionele hulp, waarbij financiële hulp aan voorwaarden wordt gekoppeld die in verband staan met economische of politieke hervormingen. Van het begin van de jaren 80 tot midden de jaren 90, het tijdperk van de Washingtonconcensus, traden de SAP’s (Structurele AanpassingsProgramma’s) in werking: die waren niet meer gericht op projecten maar op programma’s, die vooral het liberaliseren van de handel, deregulatie, privatisatie en hervormingen van de publieke sector centraal stelden, en dit alles koppelden aan ex-ante voorwaardelijkheid. Daarbij moet een land dat financiële hulp wil, beloven te voldoen aan zekere voorwaarden. Multilaterale organisaties kwamen op de voorgrond, en de schulden schoten de hoogte in. Maar aangezien het koppelen van voorwaarden aan financiële hulp geen positieve veranderingen teweegbrachten, veranderde men de strategie weer na ’95. Maar in de plaats van een heel andere weg in te slaan, werden de voorwaarden nog versterkt, kwam het begrip ‘good governance’ centraal te staan en moet er nu ex-post aan voorwaarden voldaan zijn. Door de opkomende globalisering en neoliberalisering worden deze voorwaarden vaak gezien als katalysator voor onderontwikkeling in de plaats van vooruitgang.

De paper haalt een aantal negatieve effecten aan die financiële steun kan hebben. Van toepassing in deze discussie is vooral het punt rond de ‘state capacity de-building’. Aangezien ontwikkelingslanden moeten voldoen aan een aantal aspecten van het model dat het Westen hen oplegt indien ze hulp willen, ze zeer afhankelijk zijn van deze hulp en er geen alternatieven zijn, kunnen deze landen niet anders dan een weg in te slaan die ze zelf niet langer kunnen uitstippelen. De capaciteit om zelf een beleid te vormen en goede overheidsdiensten uit te bouwen, erodeert. Samen met financiële hulp komt meestal ook ‘gebonden’ hulp in de vorm van technische bijstand, goederen en diensten geleverd door bedrijven vanuit het donorland. Zo kan het ontvangend land niet meer rondkijken wat het beste aanbod van de markt is voor het land zelf. Een laatste probleem is het falen van de gestelde voorwaarden bij hulp, omdat ze de bedoelde effecten zelden bereiken.

Op deze manier kan het Westen zijn politieke en economische wil gemakkelijk opdringen aan ontwikkelingslanden, en groeit zijn invloed wereldwijd. Door deze invloed en de macht die ermee gepaard gaat, kan het Westen zaken opleggen die niet altijd ten goede komen van de ontvangende landen, maar soms in het politieke en economische voordeel van de donorlanden zijn. Banden worden gesmeed met landen vanuit strategisch oogpunt, de wereld wordt naar de hand gezet van grootmachten, het kapitalistische systeem reikt steeds verder en de derde wereld raakt moeilijk vooruit.
Ontwikkelingslanden zijn deels afhankelijk van financiële hulp als zij de welvaart voor hun burgers willen verbeteren en ontwikkelde landen zijn het moreel verplicht deze hulp te verlenen. Maar we moeten zeker steeds kritisch blijven bij de manier waarop dit gebeurt. Aangezien de voorwaarden gekoppeld aan hulp hun vruchten niet lijken af te werpen, moet het systeem in vraag gesteld worden. Staten hebben elk hun eigen geschiedenis, tradities, ideologieën. Waarschijnlijk hebben ze dus ook elk hun eigen manier nodig om uit te groeien tot ontwikkelde staten.

Eva Maes

Bron: Oya, C. (2005). The Political Economy of Development Aid as Main Source of Foreign Finance for Poor African Countries: Loss of Policy Space and Possible Alternatives from East Asia. School of Oriental & African Studies, University of London. Paper presented at the Second Annual Conference of the International Forum on the Comparative Political Economy of Globalization, 1-3 September 2006, Renmin, University of China, Beijing, China.

woensdag 7 november 2007

Wie vormt ‘s werelds echte bedreiging?

Hier komt een eerste poging om de hiervoor geschetste problematiek iets duidelijker en meer tastbaar te maken. Wij gaan hier het debat aan over het buitenlandse beleid dat ‘het Westen’ voert, waarbij zowel hun politieke, economische als sociale waarden als maatstaf worden gebruikt in het streven naar een betere wereld. Het antwoord op de vraag of dit een gerechtvaardigde strijd is, of dat men onder het mom van de verspreiding van de democratie en het tegengaan van terrorisme enkel meer macht wil verwerven, hangt erg af van de invalshoek waaronder je de feiten voorgeschoteld krijgt. Elke versie van de feiten is meer ingekleurd al naargelang de belangen die meespelen. Misschien kan het interessant zijn om de discussie te starten vanuit een ander daglicht dan dat wat we gewoon zijn. Daarom zijn de artikels die hier verder als illustratie zullen dienen, afkomstig van een niet-Westerse nieuwsbron, nl. Al Jazeera, die een andere kijk heeft op de rol van het Westen en meer bepaald de VS op wereldvlak.

Het artikel ‘Viva la revolucion!’ [1] behandelt de ontmoeting tussen Hugo Chavez en een delegatie Amerikanen die de revolutie van de omstreden president van Venezuela volmondig steunen. De auteur belicht de uitgesproken mening van Chavez over het buitenlandse beleid van de VS dat hij imperialistisch noemt, en waarbij president Bush de titel ‘Mr Danger’ krijgt. Volgens Chavez moeten de ontwikkelingslanden het imperialisme verslaan, om zichzelf te redden - en niet enkel zichzelf, maar ook om te wereld te redden. Dat is de Hugo Chavez die op zijn beurt door de VS vaak wordt afgeschilderd als dictator, en dat terwijl veel Venezolanen zelf menen in een democratie te leven. Wie het bij het rechte eind heeft, is een groot punt van discussie (waarschijnlijk moeten beide partijen de zaak met een meer genuanceerde blik bekijken). Maar wat zeker is, is dat de inmenging van de VS niet overal in dank wordt afgenomen.

Vanuit een heel andere hoek van de wereld horen we een gelijkaardige discussie. In twee artikels [2] wordt weergegeven hoe de president van Iran, Mahmoed Ahmadinejad hetzelfde standpunt inneemt. Hij zei dat ernstig afbreuk wordt gedaan aan de mensenrechten door bepaalde machten, vooral door deze die zich voordoen als de exclusieve verdedigers ervan. Ook gaat hij niet akkoord met de bemoeienissen van de VS, dat zich opstelt als model waaraan een land dat goed wil functioneren zich moet spiegelen. Iran ziet de VS veeleer als bedreiging, grotendeels omdat dat land zich, samen met de andere permanente leden van de VN-Veiligheidsraad, zich het alleenrecht toe-eigent op kernwapens. Iran ziet zijn nucleair programma dus als een noodzakelijke bescherming, en wil dit zeker niet opschorten. Als voorbeeld van het imperialisme van de VS gebruikt Ahmadinejad ook nog de invasie in Irak, waar de VS zogezegd de toenmalige dictator ten val wou brengen en massa-vernietigingswapens wou doen verdwijnen, alsook de Amerikaanse steun aan Israël, ook al onderdrukt Israël de Palestijnen.
Het leiderschap van Mahmoed Ahmadinejad wordt, net als dat van Hugo Chavez, vaak in vraag gesteld, vooral inzake zijn extreme gedachtengoed. Maar voor een groot deel van de wereldbevolking, vooral inwoners van ontwikkelingslanden, primeert zijn standpunt over de ontwikkeling boven zijn uitspraken over de holocaust, homoseksuelen, de rol van vrouwen en zijn atoomprogramma. Hij kaart het probleem aan dat de invloeden van de koloniale erfenis op ontwikkelingslanden groot zijn, en dat die zich vandaag de dag nog steeds laten voelen. Dat er zoveel armoede blijft bestaan, wordt mee in de hand gewerkt door het Westers economisch systeem. In de koloniale periode zijn veel van de grondstoffen en rijkdommen waarover de huidige ontwikkelingslanden beschikten geëxploiteerd ten voordele van de regerende macht. Hoewel die landen inmiddels hun onafhankelijkheid terug hebben verworven, kampen ze nog steeds met economische problemen, en ook nu nog vervult het Westen daar geen glansrol in. Het beleid van het IMF en de Wereldbank is immers niet steeds datgene dat hun ontwikkeling het snelst vooruit helpt. Ook door de enorme landbouwsubsidies in het Westen, waardoor markten in de ontwikkelingslanden overspoeld worden met producten aan een prijs waarvoor ze in die landen zelf nooit geproduceerd kunnen worden, woedt de economische strijd voort en is de uitbouw van een binnenlandse ontwikkelingssector moeilijk gezien de hoge schuldenlast die ze met zich meedragen. De steun die Chavezs Venezuela en Ahmadinejads Iran bieden, wordt dan ook hartelijk verwelkomd. Beide landen hebben een grote oliereserve evenals goed draaiende niet-oliesectoren, waardoor een groot budget beschikbaar is voor ontwikkelingshulp. Deze wordt geboden “with no strings attached” (volgens het laatste artikel). De auteur van het artikel beweert dat die landen zich in tegenstelling tot het Westen zich op deze manier niet imperialistisch opstellen, terwijl ze toch hulp verlenen.

Uiteraard moet deze laatste bewering met een korrel zout worden genomen. Wat belangrijker is in deze artikels, is dat de manier van aanpak van Westerse hulp ernstig in vraag wordt gesteld in verschillende uithoeken van de wereld. Voor velen in de derde wereld is de globalisering die uit het Westen komt aanwaaien blijkbaar niet welkom, omdat dit enkel imperialisme zou zijn vermomd in een kleedje van democratie en vrije markten. Hopelijk geeft deze andere invalshoek aanleiding tot extra bedenkingen, en argumenten die, volgens mij, zeker niet over het hoofd gezien mogen worden.

Eva Maes

Bronnen:

[1] Al Jazeera, Viva la revolucion!, 16/01/2006,
http://english.aljazeera.net/English/Archive/Archive?ArchiveID=17840

[2] Al Jazeera, US is world’s real threat, 26/09/2007,
http://english.aljazeera.net/NR/exeres/FB085194-ABDC-4D1C-82C4-8F24FAAFA8CC.htm

Al Jazeera, Ahmadinejad’s message to the world, 03/10/2007,
ttp://english.aljazeera.net/NR/exeres/8364066A-2388-4194-BEF0-1A262E6976A9.htm?FRAMELESS=true&NRNODEGUID=%7b8364066A-2388-4194-BEF0-1A262E6976A9%7d