Welkom iedereen!

Het doel van deze blog is een realistisch, genuanceerd - misschien zelfs ontnuchterend - beeld te schetsen van de internationale dynamiek die vandaag de dag plaats vindt onder het vaandel van mensenrechten, democratie, vrijheid en zo meer.

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog en belangrijker nog, de dekolonisatiebeweging die daarop volgde, lijkt de uitbreidingsdrang van de grote mogendheden voorgoed voorbij te zijn. Op het eerste zicht lijkt het wel of het imperialisme van de 19e en eerste helft van de 20ste eeuw plaats maakten voor humanitaire en ontwikkelingshulp, het promoten en ondersteunen van democratische bewegingen, (internationale) bescherming van sociale en mensenrechten. De nadruk wordt telkens weer op het belang van allerhande vrijheden gelegd (vrijheid van meningsuiting, van vergadering, kortom van quasi alle denken en doen). Deze goede bedoelingen zouden moeten blijken uit onder andere ongebonden voedselhulp, gunstige handelsvoorwaarden, kapitaalvoordelen, tot het - soms zelfs gewapend - optreden tegen dictaturen van allerlei pluimage.

Maar klopt het wel dat zulke acties oprecht gebeuren vanuit een humanitaire overweging? Wordt voedselhulp misschien gebruikt om productieoverschotten te dumpen, ontwikkelingshulp om politieke druk uit te oefenen, kapitaalvoordelen om te beleggen in nieuwe markten en militair ingrijpen om goedkopere olie op te pompen? In hoeverre is het humanitarisme enkel een dun laagje om de keiharde en kille machtspolitiek van allerhande machten in de wereldpolitiek op te smukken? In hoeverre is humanitarisme de spreekwoordelijke wolf met het zachte schapenvachtje om? In hoeverre is humanitarisme enkel een andere naam voor het 'oude' imperialisme?

Wetende dat de waarheid niet zwart-wit is, zouden we via een levendige en genuanceerde discussie graag hier en daar wat kleurtinten aanbrengen. Zodoende zullen we trachten een begin tot antwoord te vormen op voorgaande vragen.

maandag 31 december 2007

Darfur: visie van voormalig VN-gezant Jan Pronk

De vorige “multimedia-bijdrage” over Darfur ging vooral dieper in op de motivatie(s) van de bij het drama in Darfur betrokken buitenlandse actoren, en werd terecht niet geaarzeld te wijzen op het belang van de grote hoeveelheden “zwart goud” in de ondergrond en het toegenomen belang van het boomende China als autonome actor op de Afrikaanse scene.

Volgende filmpjes van BBC World News kunnen worden geraardpleegd op de persoonlijke website van Jan Pronk (1), wiens mandaat als VN-rapporteur op 22 oktober 2006 prompt werd afgebroken, toen hij door de Soedanese regering, officieel na uitspraken over ondermeer het moreel van de regeringstroepen op zijn weblog die hij over Darfur bijhield, werd uitgewezen.
“Persona non grata” op http://www.janpronk.nl/index319.html is een korte reportage over de activiteiten en achtergronden van 's mans uitwijzing; het filmpje dat onder URL: http://www.janpronk.nl/index307.html terug te vinden is, is een uitgebreid interview met hem.

In het stukje dat volgt voorzien we aan de hand van een aantal artikels een een aantal van de in de filmpjes gedane uitspraken van commentaar, waarbij we, voor een beter begrip van zijn standpunten, ook een beetje achtergrondinformatie puurden uit een aantal artikels die ook op zijn site te vinden zijn.
Uiteraard is de bedoeling van het uitgebreide interview niét Pronk uit te nodigen tot een diepgravende analyse met toelichting over de enorme complexiteit van de uitgestrekte Soedanese staat of over de achtergronden van het Darfur-conflict .

1.Pronk neemt het woord “genocide” niet in de mond (een belangrijk begrip, omdat dit internationaalrechtelijk een betere grond tot interventie); terecht wijst hij erop hoe de eerste en ergste escalatie van geweld en verdrijving plaatsvond vóór zijn aanstelling in juli 2004 (het conflict barstte los in feb. 2003). De internationale politieke en media-aandacht was toen zeer gering. Persoonlijke bedenking daarbij is of dit misschien deels met de Amerikaanse invasie in Irak te maken heeft (maart 2003), en met het op zijn einde lopen van het conflict dat het zuiden van Soedan al sinds 1983 verscheurde, en waar de autonomie voor het gebied de deur voor Amerikaanse oliecontracten zou kunnen openzetten ? (2)

2.Wanneer de hoge menselijke tol van vele gewapende conflicten in Afrika, waaronder ook dat in Darfur (3), ter sprake komt, wordt helaas vaak voorbijgegaan aan het feit dat het percentage burgerslachtoffers door honger en ziekte -vaak inbegrepen in de aangehaalde cijfers- juist zo hoog is, omdat het hier vaak om zeer kwetsbare bevolkingsgroepen gaat. Misschien is dit ook niet toevallig: die chronisch kwetsbare toestand doet het debat omtrent structurele factoren als gevolgen van (historisch gegroeide) onderontwikkeling en klimaatcrisis om de hoek loeren, een kader dat de exclusieve regeringsverantwoordelijkheid van het betrokken land vér overstijgt. Zie ook volgend artikel, waarin er op wordt gewezen dat de oorlog in Darfur ook wel “de eerste klimaatoorlog” wordt genoemd: http://www.mo.be/index.php?id=61&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=18530

3.De weinige achtergrondtoelichting die Pronk verschaft omtrent wat we onder “buitenlandse belangen” zouden kunnen catalogeren, heeft betrekking op buitenlands “hoofdrolspeler” China. Er kan idd. niet voorbijgegaan worden aan de sterke profilering van een boomend China op de Afrikaanse scene het laatste decennium is gaan spelen, en waarbij Soedan, door zijn olie en ligging een cruciale rol speelt. Anderzijds blijft hij -hoewel in algemene bewoordingen zeer kritisch over alle permanente leden van de Veiligheidsraad- toch wel op de vlakte over concrete aspiraties, belangen en inmenging van die andere machten of bedrijven ermee “gelieerd” (4).

4.Hij wijst er ook op dat volgens hem in het begin de beperkte vredesmacht van de Afrikaanse Unie niet voldoende financieel en logistiek door de Verenigde Naties werden ondersteund (5). Bedenking hierbij: zouden sommige belangen er geen baat bij hebben alternatieve vormen van interventie (die uiteraard geen mirakels kunnen verrichten inzake conflictstabilisatie), om zo de crisis te laten escaleren ... om een grootscheepse militaire interventie beter te kunnen rechtvaardigen ?

5.Belangrijk is dat Pronk impliciet (en op zijn weblog expliciet) erkent dat de VN met een groot probleem opgezadeld zitten; het misbruik van de VN door de VS voor eigen belangen, en de algemene woede over de inval in met name Irak in de “islamitische landen”, maakt het Khartoem gemakkelijk te surfen op dit brede ongenoegen. Hij erkent m.a.w. dat dit immobilisme en discrediet van de VN voortvloeien uit de politiek van de voornaamste grootmacht, die vervolgens dit “immobilisme” tracht te omzeilen door beroep te doen op eigen strijdmacht of de NATO. Kan zulk een politiek, we herhalen het, niet alleen maar “gelegitimeerd” worden door “humanitaire crisis” in te roepen, of zelfs indirect in de hand te werken ?

6.Pronk is wel de mening toegedaan dat China kan overhaald worden om Khartoem onder druk te zetten om bepaalde maatregelen tot indijking van de humanitaire crisis door te voeren, of meer in het algemeen door een duurzame oplossing (“peacekeeping-troepen hebben geen zin als er niet eerst een echt vredesakkoord is”) te helpen bevorderen “omdat stabiliteit in de hele regio ook in China's belang is”. De verworven positie van China wordt erkend en als vertrekpunt voor een oplossing gezien, niet als een aan te vechten positie (6).

7.Voorts stelt hij dat tussen de extreme posities van interventie en “niets doen” er nog een heel scala aan mogelijkheden is. Hij vindt het afdwingen van een “no-fly-zone” dan weer het overwegen waard, naast een combinatie van diplomatieke, economische en financiële sancties (waarvan sommige in feite ook in bepaalde resoluties van de Veiligheidsraad waren voorzien). Bedenking hierbij is dat door een vliegverbod idd. zou kunnen verhinderd worden dat de wellicht witgeschilderde bombardementsvliegtuigen (7) nog offensieven kunnen inluiden. Evenwel is deze vorm van interventie, die door sommige “beperkte voorstanders” van humanitaire interventie geprezen wordt “ter compensatie van een onevenwicht”, de deur open voor verdere escalatie en verschaft het nieuwe argumenten om om het even welke rebellie of opstand te ondersteunen.

8.Inzake het functioneren van de VN en diens Veiligheidsraad is hij zeer scherp, en maakt hij geen onderscheid tussen de verschillende grote machten (“ze zijn allemaal verantwoordelijk”). Zoals eerder gezegd is zijn vermelding van de ondergraving van de VN door de inval in Irak, wel een meer dan duidelijke vingerwijzing in Amerikaans(-Britse) richting. Waarom op deze ondergravers, opererend in een kader buiten dat van de VN, dan wel mag vertrouwd worden, blijft helaas een beetje een open vraag.

Voorlopige conclusie:
“Humanitaire interventie” (vaak in enkelvoud) heeft in het licht van “gewone”, vaak indirecte interventies (vaak in meervoud) van buitenlandse (niet in het minst ook westerse) actoren geen enkele zin, en gaan er andere doelstellingen achter schuil. Het is dan ook geen toeval dat deze “gewone” interventiebelangen en -praktijken vaak geen vooraanstaande plaats in de mainstream-mediaberichtgeving innemen.
In dié brede zin der uitdrukking is de stelling van Bricmont “laat ze zelf hun problemen oplossen” (die ik in een andere bijdrage kritisch benaderde) natuurlijk wél juist.

Voetnoten:
(1) Jan Pronk is een oudgediende van de Nederlandse politiek, een sociaal-democraat die tot de linkervleugel van zijn partij wordt gerekend, en bekend staat om meer dan eens “ongezouten” de hoek te komen. Zo ook in de jaren '70, toen hij minister van Buitenlandse Zaken was, en fulmineerde tegen apartheid, Soeharto, en de Latijnsamerikaanse dictaturen die toen floreerden, en schockeerde door Nederlandse excuses voor de “politionele acties” in Indonesië voor te stellen. In 1995 was hij weerom minister van Buitenlandse Zaken, toen het bataljon Nederlandse blauwhelmen machteloos toekeek toen in Srebrenica duizenden moslimmannen werden omgebracht door Bosnisch-Servische milities, een ervaring die hem naar eigen zeggen diep heeft getekend. Toen het rapport hierover in april 2002 werd bekendgemaakt, trad hij prompt af.
Hij behoort tot wat J. Bricmont zou noemen, “het toenemende deel van de linkerzijde dat voorstander is geworden van humanitaire interventie”. Meer info over hemzelf uiteraard op zijn site of op http://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Pronk_(politicus)

(2) Zie interview met Jan Weuts, voormalig urgentiecoördinater Artsen Zonder Grenzen op
http://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=1685

(3) Zie ook de zeer overzichtelijke analyse “Conflictdynamie in Afrika” in Noord-Zuidcahier, jaargang 22 nr.3, sept. 1997 van de hand van Nico Vertongen, blz. 25-38. We wijzen ook op de zeer hoge menselijke tol van het aanslepend warlordistische conflict in Somalië en in de streek rond de Grote Meren, waar de buitenlandse inmeninging van allerlei rivaliserende, niet in het minst westerse, actoren al jaren even intens als indirect is.

(4) In het interview wijst Weuts ook op de feitelijke internationalisering van het conflict door de grootscheeps inmenging van Tsjaad, waar het regime Franse steun geniet. Zou dit Frans minister en stichter van de Franse AZG Kouchners pleidooi voor “humanitaire interventie” voor een stuk kunnen verklaren ? Dit gegeven is alvast indicatief voor een aanhoudende Frans-Amerikaanse rivaliteit in Afrika.

(5) Sommigen hekelen ook de aanpak van de vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR), die aan incompetentie en gebrek aan middelen zou lijden. Zie http://www.clio-international.nl/cenb/content/view/16/15/
Kennelijk wordt ook daar het werk liever “uitbesteed” (rol NGO's), en is precies dit mismanagement en gebrek aan middelen (zeker in het licht van de enorme bijdragen die sommige machten uittrekken voor oorlogsvoering) zeer frappant en humanitair hemeltergend. Worden andere vormen van “interventie” meer gewaardeerd ?

(6) Zie bv. artikel “De betekenis van China's opkomst voor de NAVO”, kan geraadpleegd worden op www.internationalespectator.nl/2007/20070700_is_art_putten.pdf. Hierin wordt duidelijk gewezen op de verschillende houding van de EU en de VS t.o.v. China, waarbij de VS zich in een “confrontatie” wanen in het Verre Oosten, een gebied waarover ze hegemonisch zijn, hetgeen wereldwijd doorwerkt.
Een interessant artikel over de rol en veranderende houding van China inzake Soedan, zie ook http://ipsnews.be/index.php?id=61&no_cache=1&tx_uwnews_pi2[art_id]=1852. Daain wordt stelt een Belgisch zakenman zelfs dat de Europese zakenlui de Chinese investeringen verwelkomen, want daardoor is er economische groei”. Het nut van “staatsondernemingen” ?

Geert Nauwelaerts

Met excuses voor de kennelijke onmogelijkheid om de filmpjes zelf te downloaden en integreren in de log; gelieve de URL te gebruiken.

1 opmerking:

Anoniem zei

well.. it's like I knew!